De bruinvis
Je zou het door zijn naam niet zeggen, maar de bruinvis (Phocoena phocoena) is helemaal geen vis. In tegendeel: het is eigenlijk een soort walvis. De kleinste soort walvis ter wereld, en die zwemt gewoon in onze eigen Noordzee!
Er zijn zeven soorten bruinvissen op de wereld – in het Dolfinarium vind je de gewone bruinvis. Het zijn schuwe dieren die vaak in troebele wateren leven. Daardoor is er nog maar weinig over ze bekend. Wel zien we jaarlijks steeds meer bruinvissen stranden: tot wel zo’n 800 bruinvissen per jaar. Het Dolfinarium verzamelt al jarenlang waardevolle kennis over de bruinvis.
Bruinvissen
In het wild komen bruinvissen voor in de gematigde, vooral ondiepe wateren op het noordelijk halfrond. Het is de meest voorkomende walvissoort in de Noordzee en Waddenzee. Ze eten verschillende soorten vis, inktvis en schaaldieren. Zelf staan ze op het menu van orka’s, haaien en grijze zeehonden.
Veel onderzoekers zeggen dat bruinvissen solitair leven – alleen dus – en alleen samenkomen om te paren of wanneer ze naar dezelfde voedselbron komen. Maar in het wild worden bruinvissen vaak in groepen van vier tot vijf dieren gezien.
De draagtijd is zo’n elf maanden. Ze zijn dus langer zwanger dan mensen! Daarna blijft het kalf ongeveer een jaar lang melk drinken bij de moeder. Tijdens dit jaar leert de moeder het kalf ook jagen. Bruinvissen communiceren met elkaar door middel van zachte klikgeluiden. Verder is er nog weinig bekend over het sociale leven van bruinvissen.
Bruinvissen in het Dolfinarium
Er zijn zeven soorten bruinvissen op de wereld – in het Dolfinarium vind je de gewone bruinvis. In de educatieve voorstelling ‘Kleine Dolfijn‘ zie je de bruinvissen van heel dichtbij. In deze voorstelling duik je mee in de wereld van de Noordzee en het Waddengebied en leer je alles over bruinvissen.
Bruinvissen lijken heel erg op dolfijnen, maar zijn het niet. Bruinvissen vallen onder de tandwalvissen, waarvan de bruinvis weer een aparte familie is. Dankzij hun gestroomlijnde lichaam glijden ze makkelijk door het water.
Ze hebben drie soorten vinnen: een sterke staartvin om snelheid mee te maken, borstvinnen om te sturen en de rugvin voor stabiliteit in het water, net als een kiel van een boot. Als je de hele dag in de zee zwemt, kun je het nog best koud krijgen. Daarom hebben bruinvissen een dikke blubberlaag die ze warm houdt in het water. Ze ademen via het blaasgat boven op hun hoofd, dat in directe verbinding staat met de longen. Wist je dat zo’n blaasgat eigenlijk hun neusgat is? Ze kunnen dit afsluiten met een klepje als ze onderwater gaan. En ruiken kunnen ze niet met deze neus! Bruinvissen hebben tachtig tot honderd puntige tandjes, die ze gebruiken om de glibberige vis te pakken. Ze kauwen echter niet op de vis, ze slikken ‘m in één keer door!
Het Dolfinarium helpt
Door de wijde verspreiding van de gewone bruinvis is hij niet bedreigd in de natuur (IUCN rode-lijststatus: niet bedreigd). Ze lopen wel gevaar, bijvoorbeeld doordat ze vaak vast komen te zitten in visnetten waardoor ze verdrinken of door plastic afval. Maar het allergrootste probleem voor bruinvissen is wel het toenemende geluid in hun leefomgeving.
Herrie in de zee
Het is druk in de Noordzee. Scheepsvrachtverkeer, de bouw van windmolenparken, activiteit op boorplatformen en sonaroperaties van de marine vinden de hele dag door plaats. Hier komt een heleboel herrie bij kijken. De bruinvis heeft veel last van al dit geluid. Zover bekend is het gehoor van de bruinvis is het meest gevoelig van alle zeedieren. Als er een heipaal voor een windmolen in de bodem wordt geslagen geeft dit zoveel kabaal dat bruinvissen binnen een straal van 1,8 kilometer er zelfs doof van kunnen worden! Ook de ontploffing van bommen uit de Tweede Wereldoorlog levert gehoorschade op.
Gehoorschade is een ramp voor een bruinvis. Deze kleine walvissoort jaagt en navigeert namelijk met behulp van echolocatie: hij zendt hoge klikgeluiden uit en luistert vervolgens naar de weerkaatsing van het geluid om zijn weg te vinden. Een dove bruinvis is dus niet meer in staat om te jagen.
Door alle drukte op zee kunnen bruinvissen onderling elkaar dus minder goed verstaan. Naar schatting kunnen sommige walvissoorten tot op wel 1000 kilometer afstand met elkaar communiceren. Echter, als er een groot vrachtschip langskomt is dit soms nog maar 10 kilometer. Daarnaast maken vissersboten vaak gebruik van sonartechnologie om visscholen op te sporen. Bruinvissen raken gedesoriënteerd van deze sonar en kunnen zo de weg kwijtraken, of zelfs strandden.
In dit filmpje van Kenniscentrum Dolfinarium zie je meer over onderzoek het gehoor van bruinvissen.
Wat kun je zelf doen tegen geluidsoverlast op zee?
- Je kunt proberen rekening te houden met de hoeveelheid producten die je uit het buitenland koopt. 90 Procent van ons internationale vrachtverkeer gaat over zee. Hoe minder producten er over lange afstand vervoerd hoeven worden, hoe minder scheepsverkeer er nodig is. Dit is ook nog eens beter voor het milieu!
- Laat je stem horen: Zeg nee tegen de bouw van meer windmolenparken op zee.